Tien vragen aan de nieuwe DKARS-voorzitter

Henk Schanssema (PA2S) is de nieuwe DKARS-voorzitter. Maar wie is Henk, wat drijft hem, waarom koos hij voor DKARS en hoe wil hij zich inzetten voor de amateurgemeenschap. In tien antwoorden geeft Henk duidelijkheid op vragen als deze.

Kun je iets zeggen over je voorgeschiedenis?
Geboren in 1955 in Rotterdam. Mijn oom Arnold had me al vroeg besmet met het elektronicavirus. Hij werkte bij een Philips vestiging in Hoogeveen en nam wel eens wat overtollige onderdelen mee, waarmee ik van alles uitprobeerde. Ik herinner me ook nog goed dat mijn zus naar Radio Veronica luisterde en dat ik haar met mijn radio kon storen. Nadat de lol van het storen eraf was, was het tijd om het verder te gaan onderzoeken. Er werd na het nodige leeswerk besloten om een audiotransformator in de anodevoeding van de lokale oscillator op te nemen en op de laagohmige kant van de trafo audio aan te sluiten. Met de radio van mijn zus kon ik mijn uitzendingen monitoren. Later werd een antenne op de anodekring aangesloten met een toltrimmer en met een draagbare radio werd het bereik onderzocht. Dezelfde radio had ik later voorzien van een BFO waardoor ik op 40 en 20 meter SSB signalen kon ontvangen. Ik wilde toen examen gaan doen, maar mijn ouders vonden school belangrijker. En gelijk hadden ze. In 1972 verhuisde ik naar Zuid-Limburg. De belangstelling voor radio bleef.

Wat doe je voor de kost?
Je kunt zeggen dat ik een technisch jurist ben of zo je wilt een juridisch techneut. Die combinatie komt onder meer van pas bij het opstellen van technische overeenkomsten. Al vele jaren ben ik actief als adviseur. In 2012 werd ik gevraagd om het team te versterken van een bedrijf dat zich richt op aanleg en onderhoud van telecommunicatienetten. Er werken zo’n 70 mensen. Je kunt mijn taak het beste omschrijven als bedrijfsadviseur. Daarnaast heb ik een kleine juridische praktijk.

Wanneer ben je gelicenseerd?
In het najaar van 1975 examen gedaan. In een grote hal in Den Bosch zaten gigantisch veel kandidaten te zweten. Op 1 januari 1976 ging mijn machtiging in. Ik behoorde tot de eerste lichting amateurs met niet PAo roepletters. Mijn eerste call was PEoHJS. Sommigen meenden dat ik een piraat was, maar na een tijdje waren de meesten wel gewend aan de nieuwe prefixen. In het voorjaar 1977 werd in Den Haag bij de PTT “opgenomen en geseind” en de call wijzigde toen naar PA2HJS. Inmiddels was mijn Rotterdamse jeugdvriend Dolf ook amateur geworden (via PEoDOL naar PA2DOL) en Dolf inspireerde me om actief te worden op UHF en later SHF. Op kortegolf was ik nauwelijks te horen.

Er werd fanatiek meegedaan aan contesten en dat prikkelde weer om spullen te verbeteren en uit te breiden. PA2DOL heeft me erg veel geholpen met allerlei halve en hele schakelingen, want in het zuiden was er amper activiteit en daardoor kon ik niet controleren of en hoe het werkte. De hulp van Dolf was dan ook onmisbaar en daarbij kwam ook nog dat mijn spullen meteen zo goed moesten werken, dat er een verbinding met Rotterdam mogelijk was. Je kunt je voorstellen dat het de nodige vreugdesprongen heeft opgeleverd. Ongeveer elk jaar kwam er wel een band bij en in 1981 was ik op 10 GHz actief. Het bleek mogelijk om op 3 cm verbindingen over zo’n 150 km te maken bij ‘gewone’ condities. Echt een doorbraak.

Het was een geweldige tijd. In de wedstrijd waren we elkaars rivalen, maar daana de dikste vrienden, die elkaar hielpen met van alles en nog wat. Via de toenmalige lineaire transponder in Oosterbeek troffen we elkaar en een afspraak om iets uit te proberen was altijd zo gemaakt.

Wat is je favoriete amateurband?
In 1978 had ik een converter gebouwd voor 50 MHz. De zonneactiviteit was aan het toenemen en uit publicaties begreep ik dat het mogelijk moest zijn om stations van de andere kant van de grote plas te horen. Buiten televisiesignalen werd in 1978 niet veel gehoord. Maar in maart 1979 viel ik bijna van mijn stoel toen ik het ZS6PW baken hoorde. De antenne stelde niets voor: het was een dipool op zolder. Onvoorstelbaar. In november 1979 ontving ik de eerste ‘levende’ stations. VE1AVX (later VE1YX) was de eerste. Later werd een flink aantal stations gelogd. Het najaar 1981 was ook heel goed en er werd geregeld een crossband verbinding gemaakt waarbij de Europese stations op 10 meter uitzonden.

Toen we in 1987 te horen kregen dat we in maart 1988 op 6 meter mochten uitkomen, werd meteen begonnen aan het opbouwen van het station. In december was alles al klaar en zat ik in de startblokken. We moesten toen nog een bijzondere toestemming aanvragen en aanvankelijk mochten we alleen CW gebruiken. Dat was af en toe een flinke uitdaging, want niet iedereen kon met CW overweg. Er volgden enkele fantastische seizoenen, waarbij voor mij de maand november 1989 als de beste maand in mijn gehuegen staat. Bijna elke dag waren er DX verbindingen mogelijk. De pret duurde voort tot in 1992 en in dat jaar werd het DXCC behaald. In 1994 moest ik verhuizen en met een minder QTH genoegen nemen. Toch werden er in de daaropvolgende zonnecyclus en tijdens de zomers nog een aantal landen bij elkaar gesprokkeld. In 2006 verhuisde ik weer en had ik geen antenne meer. Met binnenantennes viel er weinig lol te beleven en de activiteit was erg laag.

De komst van 60 m was voor mij een reden om weer actief te gaan worden. Net als bij 6 meter was alles nieuw en dat trekt me enorm. Erg actief dus, maar helaas wel slecht voor de nachtrust af en toe. Maar 60 is een geweldige band. De verkleining naar 15 kHz en 15 Watt was erg teleurstellend en daarom heb ik op persoonlijke titel enkele initiatieven ontwikkeld om te zien of daarin verandering mogelijk is. Zo is onder meer via een WOB verzoek achterhaald wat de reden is geweest achter de verkleining en of er sprake is geweest van klachten van primaire gebruikers.

Waarom wilde je voorzitter van DKARS worden?
De grote hoeveelheid storing was na de ’terugkeer’ opvallend en voor mij aanleiding om te zoeken naar wegen om dit probleem onder de aandacht te krijgen.

Afgelopen januari had ik een voorstel geformuleerd in onze VERON afdeling met betrekking tot EMC, waarin werd opgeroepen om meer aandacht te besteden aan het storingsprobleem. Veel amateurs hebben er veel last van en ik weet dat er zelfs amateurs zijn gestopt vanwege de storing. In mijn ogen heeft EMC dan ook een hoge prioriteit.

Het voorstel werd tijdens de verenigingsraad door mij toegelicht en het kreeg veel bijval. Tevens noemde ik dat ik bereid was om een beleidsdocument op te stellen. Een lid van de EMC commissie riep enthousiast: “We willen graag een goed gesprek met je!”. Na de vergadering werd nog even kort gesproken met twee commissieleden en ik had mijn contactgegevens doorgegeven. Maar het bleef stil en dat stelde me wel teleur. Het past niet bij mij om te gaan leuren. Het is voor mij “graag of niet”.

Nu kun je als privépersoon wel allerlei brieven gaan sturen en mensen benaderen, maar dat is weinig effectief omdat er geen organisatie achter staat. Op zoek naar een mogelijkheid om mijn energie effectief te kunnen maken werd het DKARS-bestuur benaderd en zij reageerden enthousiast op mijn voorstellen.

Na enkele bestuursvergaderingen als adviseur te hebben bijgewoond was mijn enthousiasme gegroeid en ondanks het drukke QRL wil ik toch een bijdrage leveren aan de amateurgemeenschap. Mijn brede beroepservaring kan ik daarbij tevens inbrengen.

Wat vind je van het argument dat de DKARS geen democratische vereniging is?
Dat de DKARS een stichting is, ervaar ik niet als een bezwaar. Er zijn talloze stichtingen die belangen behartigen en dat doen zij veelal prima. Juist omdat die stichtingen herkenbare doelen hebben, is voor eventuele donateurs duidelijk of zij een bijdrage zinvol vinden. Bij de DKARS is dat niet anders. Het bestuur bestaat uit zendamateurs en die weten echt wel wat belangrijk is voor het kunnen uitoefenen van onze hobby. Je kunt immers in enkele zinnen opschrijven wat de belangrijkste voorwaarden zijn voor onze liefhebberij. Wat heb je nodig? Frequenties, een antenne, zo min mogelijk storing, een overheid die dit regelt en toezicht houdt en verder operationele ondersteuning. Bij dat laatste denk ik bijvoorbeeld aan QSL verkeer, het organiseren van activiteiten en het geven van informatie. In feite hoef je maar te kijken naar commissies van de verenigingen en dan zie je over welke onderwerpen het daarbij gaat.

Het komt er vooral op aan dat er dingen gebeuren. Iedereen kent het Rotterdamse strijdlied: geen woorden maar daden. Voor mij is dat een gouden regel bij alles. Woorden alleen hebben geen betekenis. Een actieve stichting is beter dan een passieve vereniging!

Voor mij is de uitdaging dan ook om mensen te inspireren en dingen echt voor elkaar te krijgen. Het is daarbij belangrijk om beleidsmatig te werk te gaan en niet te reageren op de waan van de dag. Daarom zal ik op korte termijn een beleidsdocument opstellen waarin tevens de doelstellingen van de stichting worden vertaald naar concrete acties. Dit document zal wat mij betreft ook een richtsnoer zijn voor de te nemen beslissingen.

Er is recent nogal wat commotie ontstaan over de uitslag van de DKARS enquête. Hoe kijk je daar tegenaan?
Het is erg jammer hoe door sommigen is gereageerd op deze enquête, want ik meen eruit te mogen concluderen dat een grote groep zendamateurs voorstander is van een enkele vereniging. Er zijn verschillende objectieve redenen waarom een enkele vereniging beter zou zijn. Het is bijvoorbeeld erg lastig om amateurs te vinden die bereid zijn om de handen uit de mouwen te steken. Door versnippering vermindert de effectiviteit. In die zin zou een terechte klacht zijn dat de DKARS mede bijdraagt aan die versnippering. Echter als samenwerking op dit moment niet haalbaar is, dan moet je roeien met riemen die je hebt. Maar het is en blijft jammer.

Laat ik nog een voorbeeld geven van zo’n objectieve reden voor samenwerking. Je ziet een tendens dat overheidstaken die zich daarvoor lenen, worden overgedragen. In Nederland is dat bijvoorbeeld het geval bij de Stichting Radio Examens. In het buitenland zie je dat roepletters namens de overheid worden uitgegeven door de amateurvereniging. Door de versnippering is er in Nederland een aparte stichting nodig die iets dergelijks regelt. Zou er een enkele vereniging zijn, dan was dat niet nodig. Bovendien bestaat het risico van uiteenlopende beleidsdoelstellingen want als twee kapiteins op een schip elk een andere richting willen varen dan heb je een probleem.

Wat vind je van de N-herijking?
Laat ik vooropstellen dat dit een persoonlijke opvatting is. Er komt een commissie in DKARS verband die een advies gaat opstellen dat wij gaan toezenden aan Agentschap Telecom. Deze commissie moet zelfstandig tot haar oordeel komen en mijn mening mag men helemaal naast zich neerleggen.

Maar om dan toch antwoord te geven op de vraag zie ik ongeveer het volgende. Toen ik examen deed was tevens de eerste ronde D amateurs in aantocht. De aanleiding was de toenmalige staatssecretaris die vond dat het CB probleem maar moet worden opgelost via een verhuizing naar zes kanalen in de 2 m band waarbij men alleen gebruik mocht maken van typegekeurde apparatuur. Ik meen dat zelfs de bijgeleverde microfoon verplicht was. Het examen stelde werkelijk niets voor want het moest een politiek probleem oplossen. Vragen zoals: “Als je meer zendbereik wilt, moet je antenne dan hoger?” was voor iemand met een beetje CB ervaring meteen te beantwoorden. Met bedoeling van het zendamateurisme had het erg weinig te maken.

Nederland is typisch een land van generaal pardon. Zo ging het ook met de toenmalige D machtiging. Eerst werd de tijdelijke machtiging verlengd en daarna permanent gemaakt. Vervolgens zijn de mogelijkheden steeds opgerekt en inmiddels uitgegroeid tot een halve F registratie. Het niveau van het examen is gelukkig wel hoger geworden, maar je moet je blijven afvragen hoe zich het allemaal verhoudt ten opzichte van de doelstelling van de amateurdienst. Daar zit dan ook volgens mij het kernprobleem. Mede door de komst van erg veel commerciële apparatuur wordt er steeds minder geëxperimenteerd. Daardoor wordt de rechtvaardiging van het zendamateurisme ondermijnd. Want als je alleen communiceert dan ben je niets anders dan iemand die via zijn mobieltje aan het bellen of chatten is. Getalsmatig vallen we in het niet bij de miljoenen andere ethergebruikers. Die strijd verlies je gegarandeerd.

Frequenties zijn inmiddels handelswaar geworden. Binnenkort komt er weer een nieuwe veiling van frequenties voor mobiele operators. Zij zouden maar wat graag gebruik maken van onze amateurbanden, vooral in het UHF/SHF gebied. Dus als er geen algemeen belang gediend is met onze hobby, dan raken we vroeger of later onze amateurbanden kwijt.

Een novice registratie als zodanig vind ik een prima mogelijkheid, omdat het nieuwkomers kan helpen om zich te ontwikkelen. Maar als het resultaat is dat we onze maatschappelijke rechtvaardigingsgrond kwijtraken dan moet je je afvragen of we er dan wel iets mee zijn opgeschoten. Met andere woorden: we schieten zo langzamerhand in eigen voet.

Voor mij is deze discussie dan ook niet zozeer een discussie over wat N-geregistreerde wel of niet mogen, maar naar mijn mening moeten we verder kijken dan de eigen neus lang is en veel werk gaan maken van zaken zoals innovatie, waarmee we een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de techniek. Niet voor niets lees je in de betreffende brief van Agentschap Telecom dat innovatie en onderbouwing bijzonder belangrijk zijn. Mijn advies is dan ook om daarin energie te gaan steken.

Je sprak over EMC. Hoe zie jij dat?
Tijdens het najaar van 2015 werd mij snel duidelijk dat het stoorniveau aanzienlijk was toegenomen. Uit diverse bronnen kwam er storing, zoals een plasma televisie en een aantal omvormers. Ook ontving ik storing van PLC apparatuur. Naar mijn mening is storing door allerlei onbedoelde zenders in feite een milieuprobleem. De rommel is makkelijk gemaakt, maar opruimen is een heel ander verhaal. Als het er eenmaal is, krijg je het niet zomaar weg.

De doorsnee consument denkt dat het allemaal in orde is want er staat toch een CE keurmerk op? Men weet echter niet dat de slager zijn eigen vlees keurt en dat de keurmeester lang niet altijd even objectief is. Verder is het bijvoorbeeld de vraag of energiebesparing door schakelende elektronica niet meteen aan de andere kant weer wordt weggegooid. Want vanwege het hogere stoorniveau is meer veldsterkte nodig en moeten bijvoorbeeld mobiele operators meer basisstations plaatsen of een hoger zendvermogen gebruiken. Daarvoor is uiteraard meer energie nodig. Ik heb nog nooit iets gelezen over de werkelijke “energiebalans”.

De betrouwbaarheid van netwerken neemt af waardoor onder meer hulpdiensten vaker problemen zullen ontmoeten. DAB omroep in de binnenstad kun je zo ongeveer vergeten. Het zijn dus niet alleen enkele zendamateurs die last hebben van de storing maar het is een veel breder maatschappelijk probleem. Daarom zal ik mij tot het uiterste inspannen om via allerlei wegen verbetering te bewerkstelligen. Er zijn al concrete stappen gezet in die richting.

Belangrijk is dat het probleem wordt aangepakt bij de bron en het is volgens mij niet de bedoeling dat zendamateurs de hele buurt gaan ontstoren. Voor mij is een belangrijk motto: het probleem daar laten waar het thuis hoort. Niets doen is geen optie en bovendien zijn er volgens mij diverse wegen die bewandeld kunnen worden. Als je goed nadenkt, komen de ideeën vanzelf.

Wat zijn je plannen voor de komende tijd?
De belangrijkste speerpunten zijn het hebben en houden van amateurfrequenties, het kunnen plaatsen van antennes en het verminderen van storing.

Frequentiebeleid is een toenemend internationale aangelegenheid en daarom richten we ons op het leveren van constructieve en beleidsmatige input aan de overheid. Er zijn informele contacten en onze bijdragen worden op prijs gesteld. Daarnaast houden we ontwikkelingen scherp in het oog en proberen we via verschillende routes druk uit te oefenen. Al genoemd is het WOB verzoek betreffende de 60 meterband. Die informatie zal zeker van pas komen bij een consultatie van het nationaal frequentieplan, die we verwachten. Uiteraard zal namens de DKARS een reactie worden opgesteld.

De DKARS heeft veel werk verzet voor wat betreft antenneplaatsing. Het Bureau Ondersteuning Antenneplaatsing Nederland (BOAN) heeft al het nodige weten te bewerkstelligen, zowel voor individuele amateurs als voor wat betreft gemeentelijk beleid. Mijn juridische ervaring zal ik graag inbrengen om BOAN verder te versterken.

Over EMC is al het nodige gezegd, maar misschien kan ik daaraan toevoegen dat ik nader onderzoek wil doen naar juridische mogelijkheden om druk uit te oefenen. Want de Europese richtlijn verplicht lidstaten om radioverkeer te beschermen tegen interferentie. Maar er gebeurt in dat opzicht naar mijn mening nog veel te weinig. Desnoods stappen we naar de rechter. Ik ben er in elk geval niet bang voor!

Als voorzitter zal ik mij inspannen om de DKARS verder uit te bouwen en de organisatie zo goed mogelijk te laten functioneren. Niet als een soort legercommandant, maar meer zoals als een dirigent het orkest leidt.

13 antwoorden
  1. Hans
    Hans zegt:

    Dat ze zo iemand bij de Veron hebben laten lopen zeg!

    Als DKARS donateur erg blij met deze nieuwe voorzitter!
    Een man met een heel duidelijke visie en vooral ervaring als adviseur
    voor bedrijven die telecommunicatie netwerken willen opzetten.
    Bovendien is hij ook nog jurist!

    Een grote aanwinst voor iedereen die iets met amateur radio doet!

    • Ge.
      Ge. zegt:

      Jurist is geen beschermde titel, iedereen kan zich zonder meer jurist noemen. Henk is daar op zijn commerciële website overigens ook transparant over. Er staat daar letterlijk “Henk is geen advocaat. Door zelfstudie is kennis verkregen van het recht. Prijktijkervaring is opgedaan middels diverse opdrachten, zowel van particulieren, bedrijfsleven als overheden.” Henk is dus een zelfbenoemd deskundige. Maar wel een met prijktijkervaring (ja, het staat er echt zo…).

      Leuk om te lezen wie Henk is en wat zijn drijfveren zijn. Jammer vind ik dat Henk in dit eerste ‘optreden’ meteen weer een paar sneren meent uit te moeten delen richting de verenigingen. De wijze woorden van zijn voorganger Dick Harms zijn blijkbaar al weer vergeten. Dick schreef in zijn afscheidswoord (zie Dkars magazine van november 2016): “Ik denk dat een nieuwe voorzitter van DKARS moet beschikken over een zeer degelijke dossierkennis en bereid moet zijn om met behoud van verhoudingen bruggen te slaan.” Bruggen slaan door meteen wild om je heen te slaan is over het algemeen niet de beste aanpak. Het is ook een aanpak die Dkars de afgelopen jaren niets heeft gebracht en waarmee Dkars het imago van zendamateurs heeft beschadigt: voor een buitenstaander die de discussies op verschillende fora leest, lijkt het ondertussen wel of alle zendamateurs inmiddels modder-worstelend over straat heen rollen.

      Mijn oproep aan Henk: ga hard aan de slag met de speerpunten van de stichting en denk nog eens na over de woorden van Dick Harms. Start in het belang van alle zendamateurs met het bouwen van bruggen!

      • Piet
        Piet zegt:

        Wie de schoen past trekke hem aan.
        Ik volg DKARS al sinds het begin (ik ben géén sponsor), maar tot nu toe weten ze meer bereikt
        dan de VRZA en de VERON de afgelopen 20 jaar bij elkaar.
        Ik ken Henk niet, alhoewel hij niet zo ver van mij vandaan schijnt te wonen,
        maar wat ik hier lees heeft de DKARS alleen maar een sterker en slimmer persoon erbij.
        Ik blijf de DKARS met heel veel plezier volgen, want ik denk dat hier de komende tijd nog meer bruggen worden geslagen, terwijl de VRZA en de VERON verder slapen.
        O nee, sorry, het bestuur van de VRZA en de VERON evenmenten bezoeken over de rug en op kosten van de leden. Die hebben helemaal geen tijd om zich bezig te houden met het belangen behartigen van leden.
        Ook het gedeelte over de stichting vind ik een prachtig verhaal. Als stichting zonder donateurs heb
        je als stichting geen inkomsten en ook geen bestaansrecht. Misschien moet een stichting daarom wel meer hun best doen om de donateurs tevreden te stellen.
        Iets waar de verenigingen zich niet mee bezig hoeven te houden, het lidmaatschapsgeld komt toch wel binnen. Totdat het een keer goed fout gaat (hè, VRZA), en je in één keer een boel leden kwijtraakt.
        Ik ben lid geweest van de VERON, maar al snel mijn lidmaatschap opgezegd (binnen één jaar, de VERON beloofde vanalles maar hield je gewoon aan het lijntje), de VRZA ben ik 15 jaar lid van geweest, maar daar ben ik ook weg.
        De DKARS daarentegen…. Ik ben me heel hard aan het bedenken om die club te gaan sponsoren.
        Want zij doen waar ze voor staan, en doen wat ze zeggen. En ze zijn elke euro die ze binnenkrijgen meer dan waard.
        Wilt u waar voor uw geld? Zeg u lidmaatschap op bij de VRZA/VERON en wordt lid van DKARS!

  2. peter jelgersma
    peter jelgersma zegt:

    Heeft DKARS niets gebracht?

    DKARS heeft met BOAN het antenneplaatsingsprobleem opgelost.
    Iets wat de bestaande verenigingen niet is gelukt.
    DKARS heeft het EMC-probleem op de kaart gezet aldus EZ.

    Dit zijn de twee meest belangrijke problemen waarmee de zendamateur vandaag worstelt.

    Misschien heeft DKARS dus toch wel iets gebracht.

    PS Wat de vorige reactie betreft het volgende.
    Ik heb altijd zo mijn bedenkingen bij reacties van zich niet openlijk bekend makende schrijvers.

    Peter PA8A

    • Ge.
      Ge. zegt:

      Beste Peter,
      Ik denk dat je met de zin “Heeft Dkars niets gebracht” reageert op mijn posting. Mocht dit zo zijn, dan heb je de kern van mijn betoog niet begrepen en pak je helaas een zin uit mijn posting om die vervolgens op een andere wijze uit te leggen. Ik stel namelijk helemaal niet dat Dkars niets gebracht heeft. In mijn reactie geef ik aan dat de wijze waarop het Dkars-bestuur communiceert niet effectief is (in die zin dus niet brengt wat je wil bereiken, namelijk ‘gezamenlijkheid’) en daarbij ook nog eens schadelijk is voor het imago van zendamateurs. Ik weet niet of je het bewust doet, maar in je reactie gooi je vervolgens dan ook maar even wat extra olie op het vuur. Het is daarmee precies een voorbeeld van wat ik bedoel.

      Wil je samenwerking realiseren met anderen, dan is het niet verstandig om continue alleen maar te roepen wat de ander niet goed doet. Wat ook niet helpt is om te doen alsof jezelf ‘de verlosser’ bent. Je schrijft: “DKARS heeft met BOAN het antenneplaatsingsprobleem opgelost.” Hou nu toch op. Heeft Dkars meegeholpen aan een goed leesbaar document waarin nog een keer aan woningbouwverenigingen duidelijk wordt gemaakt wat de rechten zijn voor antenneplaatsing? Zeker. Biedt Jan van Muijlwijk ondersteuning aan amateurs die tegen onwillige woningbouwverenigingen en gemeenten aanlopen bij het plaatsen van een antennemast? Zeker. Maar om te stellen dat het antenneplaatsingsprobleem is opgelost, gaat echt te ver. Nog te veel amateurs kunnen ook vandaag de dag nog steeds geen antenne plaatsen. Daarbij suggeer je ook dat VERON en VRZA aan dit probleem nooit iets hebben gedaan. Ik neem aan dat je het boek van Guido van den Berg (VERON) kent waarin tientallen voorbeelden van correspondentie en rechtszaken zijn opgenomen ter ondersteuning van antenneplaatsingsproblemen. Waarom nu die aanvallende stijl in plaats van bijvoorbeeld te schrijven “Binnen Dkars onderscheiden we ons door het bieden van ondersteuning aan amateurs die problemen ervaren met het plaatsen van een antenne. Waar de VRZA en VERON deze ondersteuning bieden door vooral informatie, zoals het boek Juridische Leidraad voor antennes te bieden, bieden wij in de persoon van Jan van Muijlwijk een aanspreekpunt die op dossierniveau met je kan meedenken.” Op zo’n manier geef je veel beter aan waarin je je onderscheid. Als je geloofd in je eigen toegevoegde waarde, is het namelijk helemaal niet nodig om anderen onderuit te halen…

      Ook de approach waarin je beweert dat Dkars het EMC-probleem bij EZ op de kaart heeft gezet is m.i. een te grote jas aantrekken. Heeft Dkars goede input geleverd? Zeker. Peter, je bent er nauw bij betrokken geweest las ik ooit als eens op deze website (https://www.hamnieuws.nl/emc-op-de-kaart-bij-de-nota-frequentiebeleid-2016/). Ik heb alle vertrouwen in jou als persoon, dus ook in de input die je hebt gegeven.

      Maar de suggestie dat VRZA en VERON niets aan dit onderwerp hebben gedaan is natuurlijk klinkklare onzin. In hetzelfde artikel wordt nota bene verwezen naar de evalutatie die bureau Kwink heeft gemaakt. Wat zien we in die nota op pagina 83: wel potjandikkie…heeft het onderzoeksbureau toch zomaar Bram van den Berg van de VERON als gesprekspartner opgevoerd. En dat andere verenigingen weldegelijk bezig zijn met EMC weet Dkars ook wel, in het septembernummer van het magazine wordt zelfs een compliment gegeven aan de VERON over haar initiatief van de ruis- en stoorcampagne. Positief met elkaar omgaan kan dus blijk baar wel.

      Nogmaals mijn oproep (ook aan jou als adviseur van het bestuur van Dkars!): stop met iedere keer een sneer te geven en je negatief uit te laten over anderen. Start met bruggen bouwen, dan komen we in een flow waar we as amateurs veel meer plezier van gaan beleven.

    • Piet
      Piet zegt:

      Peter, je mag je bedenkingen hebben. Alleen dat jij onder je bericht Peter PA8A zet wilt niet zeggen dat jij dat ook bent.
      Ik heb nog geen registratie via DigiD op hamnieuws gezien. Wie bevestigd mij dat jij wel PA8A bent?
      Toch lees ik je berichten en reageer ik er met heel veel liefde op.
      Groet,

      Piet skipnaam Kojak

  3. peter jelgersma
    peter jelgersma zegt:

    Beste Ge,

    Je bent een uitstekende tekstschrijver.
    In je tekst staan helaas wel een aantal halve en hele onjuistheden.
    Zonder te weten wie je bent discussieer ik niet verder met je.
    Je krijgt bij deze toestemming om mijn E-mail adres en/of telefoonnummer bij Hamnieuws op te vragen om je bij mij bekend te maken.
    Ik spreek dan graag verder met je.

    Peter Jelgersma. PA8A

    • Ge.
      Ge. zegt:

      Beste Peter,

      Wat een vreemde reactie. Het gaat niet over mij, over wie ik ben of over wat ik doe. De discussie die we voeren, gaat over de wijze van communiceren van het bestuur van Dkars. Mijn identiteit is compleet irrelevant in deze openbare discussie.

      Echt heel bijzonder dat je als tegenstander van vermeende achterkamertjes van VRZA/VERON hier nu pleit om het gesprek maar verder ‘achter gesloten deuren’ te voeren en niet hier af te ronden.

      Van je vreemde aanbod zal ik geen gebruik maken. Dat heeft overigens niets met het -al dan niet- openbaar maken van mijn identiteit te maken (er zijn er voldoende mensen op dit medium die gewoon weten wie ik ben), maar simpelweg omdat de oproep die ik deed niet aan jou gericht is. Mijn oproep om te starten met een wijze van communicatie die tot een werkbare relatie zou kunnen leiden was gericht aan het bestuur van Dkars. En aangezien jij geen bestuurslid bent, is het zonde van jou en mijn tijd om daar dan verder over te praten.

      Ik wens je een fijn weekend!

  4. peter jelgersma
    peter jelgersma zegt:

    Beste Ge en John,

    Ik ben geen bestuurslid van DKARS maar adviseur en functioneer ook nadrukkelijk als zodanig.
    Staat overigens duidelijk in het voor een ieder beschikbare magazine van de organisatie.
    Ik wil niet in het openbaar discussiëren juist omdat ik dan een aantal zeer onaangename zaken over de handelwijze van met name bestuursleden van de VERON zou moeten aanvoeren en daartoe laat ik mij niet in het openbaar verleiden.
    Met VERON en VRZA is meermaals gesproken voor en na de oprichting van DKARS.
    Men wilde en wil nog steeds niet komen tot één sterke,modern bestuurde amateurorganisatie en ook wil men niet samenwerken en accepteert men zelfs het bestaan van DKARS niet gelet op de handelwijze.
    Verder kan ik mijn opmerkingen over de verdiensten van DKARS m.b.t. antenneplaatsing en EMC makkelijk hard maken maar ik heb geen zin in borstklopperij.Ten aanzien van deze zaken heb ik overigens nooit iets negatiefs gezegd over de activiteiten van anderen.
    Ge,als je er dan voldoende mensen zijn bij wie je bekent bent,maak je dan ook aan een ieder bekend.
    Ik ken je niet,kan er natuurlijk makkelijk achterkomen wie je bent maar ik wil het van jou horen.
    Verdere communicatie met jou over DKARS is nu aan de voorzitter van DKARS.
    Als je over mij en mijn opvattingen met mij,al dan niet in het openbaar,wilt spreken wil ik eerst weten wie je bent.
    Overigens heb ik het idee dat ik mijn tijd inderdaad beter aan DKARS en de hobby kan besteden.
    Niet over maar wel sluiten wat mij betreft.

    Peter Jelgersma PA8A

  5. Juul
    Juul zegt:

    Ik steun het betoog van Peter-PABA.
    Een mailwisseling met mensen die niet bekend maken wie ze zijn is geen optie.
    “Je kwetsbaar opstellen in het leven is een groot goed”.

    Juul Geleick – PE0GJG

    • Ge.
      Ge. zegt:

      Dag Juul,
      Ik had van jou als oud-media man een wat meer kritische houding verwacht. Jij zou immers moeten kunnen zien wat er in dit draadje gebeurt.

      Een eenvoudig en oprechte omroep om het aantreden van de nieuwe voorzitter van Dkars aan te grijpen om op betere voet te komen staan met de verenigingen, mond uit in een situatie waarbij een woordvoerder een aantal communicatietechnieken hanteert die we de afgelopen jaren in toenemende mate in de politiek zien: afleidingsmanoevres om niet op het onderwerp zelf in te hoeven gaan en bandbreedte te pakken om de eigen boodschap voor het licht te brengen. In eerste instantie door woorden te verdraaien (‘Misschien heeft Dkars toch wel iets gebracht’), vervolgens door zonder toelichting te doen alsof er sprake is van ‘fake news’ (‘In je tekst staan helaas wel een aantal halve en hele onjuistheden’), vervolgens de aandacht af te leiden van het onderwerp (‘Zonder te weten wie je bent discussieer ik niet verder met je.’ en ‘Als je over mij en mijn opvattingen met mij,al dan niet in het openbaar,wilt spreken wil ik eerst weten wie je bent.’). De eigen boodschap vervolgens als politiek correct brengen, maar eigenlijk gewoon een zondebok aanwijzen om het eigen agendapunt nog een keer onder de aandacht te brengen (‘Ik wil niet in het openbaar discussiëren juist omdat ik dan een aantal zeer onaangename zaken over de handelwijze van met name bestuursleden van de VERON zou moeten aanvoeren en daartoe laat ik mij niet in het openbaar verleiden. Met VERON en VRZA is meermaals gesproken voor en na de oprichting van DKARS. Men wilde en wil nog steeds niet komen tot één sterke,modern bestuurde amateurorganisatie en ook wil men niet samenwerken en accepteert men zelfs het bestaan van DKARS niet gelet op de handelwijze.’)

      Ik ben niet in discussie met Peter en daarom ben ook niet in hem of zijn denkbeelden geïnteresseerd. Dit topic gaat namelijk niet over Peter. Het gaat over de manier waarop op dit moment met elkaar om wordt gegaan. Een manier die schadelijk is voor het imago van ons als zendamateurs. Het was een eenvoudige oproep en wens die naar ik hoop bij meerdere amateurs leeft: laten we zorgen dat we op een fatsoenlijke manier met elkaar omgaan en stoppen met rollend over straat te gaan.

      En ja, ik realiseer me waar mensen ruzie maken, er meerdere schuldig zijn. Ook ik heb de reacties van bestuursleden van de verenigingen richting Dkars gelezen. Die keur ik net zo af en ook die bestuursleden spreek ik hierover aan. Dit artikel ging over een nieuwe voorzitter voor Dkars en vandaar mijn oproep aan hem: een nieuw man aan het front kan namelijk het verschil maken. Ik sluit daarom af met nogmaals mijn oorspronkelijke oproep aan Henk: ga hard aan de slag met de speerpunten van de stichting en denk nog eens na over de woorden van Dick Harms. Start in het belang van alle zendamateurs met het bouwen van bruggen!

      (En voor Remy en consorten en Floris en de clan: deze oproep geldt net zo hard voor jullie bestuur!)

    • Harry Keizer
      Harry Keizer zegt:

      Volledig juist Juul. Met open vizier van gedachten wisselen is de enige manier om SAMEN (!!) verder te komen. 73, Harry….PE1CHQ (met naam dus)

      • Ge.
        Ge. zegt:

        Harry, goed dat je je hier meldt. Met open vizier betekent natuurlijk ook dat als je reageert ook even aangeeft dat je bestuurslid van Dkars bent en dus een zeker belang hebt in deze discussie. Toch?

        Maar nogmaals, fijn dat je ‘in de lucht’ komt. Want als bestuurslid van Dkars kan jij denk ik hier goed aangeven welke ideeën het Dkars bestuur heeft om in de komende periode om te gaan met de VRZA en VERON. Daar is, neem ik aan, in jullie bestuur over gesproken nu de verenigingen (op basis van eerdere besluitvorming door hun achterban) hebben aangegeven niet te voelen voor een samenvoeging tot één nieuwe vereniging. Daarmee is een nieuwe situatie ontstaan, althans één van de doelstellingen van Dkars blijkt niet op korte termijn realiseerbaar.

        Nu die samenvoeging er (voorlopig) niet in zit, hoe wil het bestuur van Dkars vanaf nu dan omgaan met VRZA en VERON en het haar door haar leden verkozen bestuur? Gaan we hierin een verschil zien ten opzichte van de afgelopen 3 jaar of is de strategie om elkaar bij ieder onderling verschil in een slecht daglicht te stellen nog steeds de richting die de we van Dkars kunnen verwachten? Niet over de tekortkomingen van een ander praten maar vooral laten zien waar je zelf mee bezig bent, zou ook een keuze kunnen zijn. Als er toch bewust gekozen wordt voor continuering van de aanvallende stijl die we de afgelopen tijd hebben gezien: waarom is dat dan in de ogen van Dkars goed voor (het imago van) de Nederlandse zendamateur?

Reacties zijn gesloten.